Bijna twintig jaar geleden gaf mijn vader me een advies waar
ik nog vaak aan gedacht heb. Hij zei: ‘Als God je een roeping heeft gegeven, zal
Hij een manier vinden om die te verwezenlijken.’ Je hoeft je geen zorgen
te maken dat die roeping zal verlopen of zal verdwijnen. Hij komt misschien
niet op het moment in je leven waarop je hem had verwacht, maar het zaadje dat
God in je hart plant zal uitgroeien tot wat Hij bedoelde, als je trouw en
geduldig kunt blijven.
Dit is mijn verhaal van gebrokenheid en verlossing: van
onvruchtbaarheid en verlies gekoppeld aan het leren om op Gods goedheid te
vertrouwen.
Ik weet dat het een cliché is, maar ik wist al heel jong dat
ik moeder wilde worden. Het was een deel van hoe God mij had geschapen: een
ouder zijn. Jaren later was ik getrouwd met een geweldige man en ik wist dat we
samen prachtige kinderen zouden opvoeden.
Alhoewel, dat ging niet op de manier
zoals ik het bedacht had. In plaats daarvan zagen we dat al onze vrienden
baby’s kregen terwijl wij ons maand na maand bezig hielden met negatieve
zwangerschapstesten en ontdekten dat ik problemen had met vruchtbaarheid. Na
onderzoeken, behandeling, meer onderzoeken en meer behandelingen voelde het
alsof onze droom om ouders te worden steeds verder van ons af kwam te staan. De
duistere leegte van de onvruchtbaarheid deed zijn intrede.
Alles voelde zo
hopeloos.
Zo gebroken.
Zo onmogelijk treurig.
En dat bepaalde ons
leven. De behandelingen, de onderzoeken, de medicatie, de schema’s, het
gespannen afwachten of het had gewerkt – dat was alles waar we aan konden
denken. Ik wist dat God me had geroepen om mama te zijn. Waarom werkte dit
niet? Waarom kon ik niet doen waartoe ik was geroepen? Uiteindelijk was ik in
verwachting. We werden zo overspoeld met blijdschap. Maar dat veranderde in de
negende week van mijn zwangerschap, toen we ontdekten dat dit perfecte kleine
baby’tje – van wie we twee weken geleden nog een sterke hartslag zagen op de
echo – gestopt was met groeien. Terwijl
ik naar het stilstaande beeld staarde, echoden de woorden van mijn dokter nog
na: ‘Het spijt me. Er is geen hartslag. Jullie hebben jullie baby verloren.’ Ik
was buiten mezelf van verdriet en ik was zo diep in de rouw dat ik in een
depressie terecht kwam.
Onvruchtbaarheid en verlies zijn een sociaal taboe – het
zijn geen onderwerpen waar veel mensen makkelijk over praten in een gewoon
gesprek. Op een bepaald moment, in die
diepe duisternis, realiseerde ik me dat ik geïsoleerd was geraakt. Niet alleen
in sociaal opzicht, maar ook was ik geïsoleerd geraakt van God. Boosheid en
pijn hadden zich ontwikkeld door mijn obsessie
over het ouderschap. Zonder dat ik het me realiseerde had ik mijn
pogingen om een kind te dragen verheven tot het belangrijkste in mijn leven en
het had me compleet in beslag genomen. De emoties die gepaard gingen met
verlies en onvruchtbaarheid – verdriet, boosheid, twijfel, jaloezie, depressie
en isolatie – werden ondragelijk. Mijn lieve man en familie deden hun best om
me te steunen. Maar het was niet genoeg. Ik
realiseerde me dat ik op God moest leunen om door deze duistere tijd heen te
komen. Ik gaf mijn verlangen om
vruchtbaar te zijn aan Hem. Mijn gebed veranderde van ‘Heer, geef me alstublieft een baby,’ in ‘Heer, hou mijn ongeboren
kinderen in Uw armen, want ik kan dat niet.’
De tijd na mijn
miskraam bleek geestelijk gezien de rijkste tijd van mijn leven te zijn. Ik
leerde om te leunen op God en ik leerde erop te vertrouwen dat Hij voor me
zorgt. Ik stak mijn energie in mijn relatie met Hem in plaats van mijn aandacht
te richten op zwanger worden. Mijn geloof groeide. Mijn huwelijk werd sterker.
Mijn depressie verdween. Ik begon Zijn goedheid overal om me heen te zien. Het is zo ironisch: mijn onvruchtbaarheid
leidde tot een vruchtbare periode in geestelijk opzicht. Hoewel mijn
persoonlijke en geestelijke redding die ik ervoer geweldig waren, eindigde mijn
verhaal daar niet. Ik raakte opnieuw zwanger, maar dit keer was het anders –
geen onderzoeken, geen behandelingen. Ik baarde een gezonde, perfecte,
prachtige zoon. Terwijl ik mijn aandacht
uit liet gaan naar het feit dat God mij in Zijn armen droeg, in plaats van te
kijken naar mijn eigen lege armen, veranderde mijn perspectief volledig. Ik zag
in dat het een geschenk was dat me was gegeven door mijn gebrokenheid. God had
me door het diepe water geleid en stond toe dat mijn geloofd groeide op zo’n
manier dat ik een betere vrouw werd en ook een betere moeder en een beter mens.
En precies zoals mijn vader me had
verteld al die jaren geleden, stond God me toe om de roeping die hij me had
gegeven om een ouder te worden te volbrengen. Zelfs al was het niet volgens mijn plan en de reis ging niet zoals ik
hem had gepland, de roeping werd volbracht.
God heeft mijn gebrokenheid gebruikt en Hij heeft mij verlost. En het was perfect.
Bezwijkt mijn lichaam
en mijn hart, dan is God de rots van
mijn hart en voor eeuwig mijn deel. –
Psalm 73:26
Nederig de Zijne,
Greer
Greer is de dochter van een predikant en een leraar en ze
woont in het Zuiden van Amerika met haar man, haar zoontje, één hond, drie katten, twee
kikkers en een vis. Het klinkt misschien als een dierentuin, maar dit is wat ze
wil! Ze werkt als directeur vroege geletterdheid voor een non-profit educatieve
uitgeverij. Ze is van nature een gebedsstrijder. Ze is in contact met God op al
die kleine momentjes gedurende de dag (en nacht!). Ze is dankbaar voor de
sterke vrouwen die God haar heeft gegeven die haar steunen en aanmoedigen en ze
vindt het heerlijk om nieuwe mensen te ontmoeten en te zien hoe God in hun
leven aanwezig is.
Reacties
Een reactie posten