Doorgaan naar hoofdcontent

De krijger en de zeeman



Heb jij je wel eens uitgeteld gevoeld terwijl je probeerde het christelijk leven uit te leven? Ik wel. Soms is het juiste doen, niet meedoen met de rest van de wereld en leven uit geloof werkelijk waar vermoeiend. Maar dat is niet hoe het zou moeten zijn, en ik zie in dat het probleem niet mijn zwakte is maar mijn poging om het zonder Gods wijsheid en kracht te doen.

In 1 Timotheus 1:18-19 bemoedigt Paulus Timotheus, en ons allemaal, om de goede strijd te strijden en om ons geloof geen schipbreuk te laten leiden zoals sommigen hebben laten gebeuren.

Het lijkt erop dat Timotheus een jonge voorganger is, waarschijnlijk net geroepen. Paulus vertelt Timotheus om zich te herinneren aan de waarheden die hij gehoord heeft toen hij deze opdracht kreeg. Hoewel we geen geschreven tekst hebben van wat tegen hem gezegd is, weten we dat het in overeenstemming is geweest met het evangelie en dat deze woorden de jonge Timotheus kracht hebben gegeven in veel moeilijke tijden. Paulus gebruikt twee verschillende metaforen. De ene is van een militaire aard en de ander is van de scheepvaart. Zijn punt is dat we zowel goede krijgers moeten zijn als goede zeemannen.
  1. De Soldaat
Als krijgers hebben we twee taken. Een is om de vechten tegen de dingen die tegen Gods Woord en Zijn eer ingaan. De wereld roept ons om op te gaan in alle mooie dingen die ze te bieden heeft en om rijkdommen te vergaren. Ze zegt dat we haar filosofien moet omarmen om vreugde te vinden en samen op te trekken met hen die tegen God in gaan. Maar rust vinden we niet in spullen, en onze waarde vinden we niet in de wereld, maar alleen in een relatie met Jezus. We zijn geroepen om te vechten tegen deze leugens en onrechtvaardigheid, verdraaiingen en kwaad.

Maar we moeten ook vechten tegen alle dingen die op de loer liggen in ons eigen hart. We worden verleid om God te wantrouwen en we moeten ons verzetten tegen die impuls. We worden verleid om God te onteren door luiheid, onvriendelijkheid, gedachteloosheid en gulzigheid en we moeten vechten.
De tweede taak die we hebben als krijgers in om te vechten voor het evangelie; om te vechten voor rechtvaardigheid, goedheid en waarheid. Het is niet genoeg om ons uit te spreken tegen datgene wat verkeerd is, maar we moeten duidelijk spreken voor dat wat juist is, en dan die woorden vergezellen van heilige daden. 
Maar we moeten altijd vechten met liefde en genade, want dit is hoe de Kapitein van de Legers met ons omgaat en we moeten zijn zoals onze Kapitein. 
  1. De Zeeman
De tweede opdracht die Paulus aan ons geeft is om ons geloof geen schipbreuk te laten leiden. We geloven dat als je eenmaal gered bent dat je je verlossing niet meer kan verliezen. Het offer van Christus kan niet meer ongedaan gemaakt worden, het pardon kan niet meer afgenomen worden en onze adoptie als kinderen van God kan niet meer ongedaan worden. Onze redding is veilig, maar we zijn zeker wel in staat om ons geloof te verzwakken en zelfs kapot te maken tot het punt dat we de naam van God schande doen en de aardse gevolgen zijn voor onszelf.

Om een goede zeeman te zijn hebben we kennis en wijsheid nodig. We moeten weten hoe we valse leringen kunnen ontdekken die schade kunnen brengen aan de zielen van de mensen. We moeten in staat zijn om onderscheid te maken tussen waarheid en fouten. We moeten leren hoe we door de verschillende wateren moeten varen, rustige wateren, met golven of turbulent weer. Al deze kennis en wijsheid komt alleen door de studie van Gods Woord in gebed met God sprekend.

En door dit alles moeten we onszelf eraan blijven herinneren dat we geen sterke krijgers en wijze zeemannen kunnen zijn in ons eentje. Als we op eigen kracht vertrouwen zullen we snel overweldigd worden, vol vrees, uitgeteld en zullen we snel opgeven. We moeten vertrouwen op de kracht die God ons wil geven elke dag.

Beleid je zwakheid, vraag om hulp, vertrouwen erop dat God zal antwoorden en zie Hem aan het werk in je leven.

Kijkend naar Jezus,

Reacties