“Paulus, Silvanus
en Timotheüs, aan de gemeente der Thessalonicenzen in God, onze Vader, en de
Here Jezus Christus: genade zij u en vrede van God, de Vader en van de Here
Jezus Christus. Wij behoren God te allen tijde om u te danken, broeders, zoals
gepast is, omdat uw geloof zeer toeneemt en u aller liefde jegens elkander
sterker wordt, zodat wijzelf over u roemen bij de gemeenten van God, vanwege uw
volharding en uw geloof onder al uw vervolgingen, en de verdrukkingen die u
doorstaat.” 2 Thessalonicenzen 1:1-4.
Opnieuw schrijft Paulus aan de gelovigen te Thessaloniki,
die helaas nog steeds niet van de zware vervolging af zijn, die al vóór zijn
eerste brief was begonnen. In feite zijn de druk en de tegenstand juist
toegenomen. En bovenop de fysieke narigheid die ze hadden moeten doorstaan werd
deze jonge gemeente nu geconfronteerd met het binnensluipen van valse leer en
moedeloosheid, en tegelijk de verleiding om onverantwoordelijk te leven, met
veronachtzaming van hun pas gevonden geloof. Ik vind het prachtig hoe Paulus dat hele
traject waar ze doorheen moeten, hen blijft bijstaan als een toegewijde herder, een scherpziende raadgever, en een
trouwe bemoediger. Als er zulke mensen
in jouw leven zijn… stop dan nu meteen even om God voor hen te danken.
Wij hebben meer volgelingen
van Christus nodig de niet bang zijn om zich te wenden tot de narigheid van het
lijden, om te rechter tijd de waarheid te zeggen maar ook te spreken met
buitengewone liefde. Laten wij zulke vrouwen zijn.
En kijk eens even
hoe dat bij die Thessalonicenzen zat!
In de beproevingen blijkt hoe we in elkaar zitten.
Menigeen verschrompelt onder het gewicht van zo’n zware last, terwijl anderen
in staat zijn heel diep te gaan en zich weer op te richten – zij ontdekken een
kracht waarvan ze niet eens wisten dat
ze die hadden. Ben jij wel eens iemand tegengekomen die zo totaal omgekeerd
reageerde op de omstandigheden dat je wel verbaasd moest zijn over zulk
gedrag? In de wereld om ons heen komen zulke mensen op zijn best over als
zeldzame persoonlijkheden; en op zijn slechtst als bedenkelijk onecht. Maar
voor diegenen onder ons die Christus hebben als onwankelbaar fundament geldt
dat onze reactie op beproevingen net zo kan zijn als bij de Thessalonicenzen,
die ondanks de voortdurende aanvallen van buitenaf, van binnen uit grote vrede
en kracht ondervonden.
Onder verdrukking
groeide hun geloof. In zware beproevingen werd hun liefde sterker.
Er zijn dierbare mensen die ik ken, die dit, hier en nu,
uitleven.
·
De diagnose werd gesteld, en het was niet wat ze
had gehoopt. Maar ze is niet ondersteboven. Ze is niet bitter. Ze is niet
wanhopig. Integendeel, zij ziet haar kwaal als een mogelijkheid om de liefde
van Jezus uit te stralen. Zij vult haar dagen met het Woord, en ze spreek vaak
over haar geloof met dokters, verpleegkundigen, vrienden en ieder die maar
luisteren wil. Zij vertelt van de kracht en het grote doel dat God met deze
beproeving in haar leven heeft. Vreemden worden getroffen als zij voorbijlopen want in plaats van een sfeer van neerslachtigheid, komt er een lach, gezang en gebed uit haar kamer.
Mensen die op bezoek komen in de hoop haar te bemoedigen, vertrekken zelf meer
bemoedigd dan toen ze kwamen. Het leven mag hard zijn en de toekomst onzeker,
maar zij heeft zich voorgenomen veel en vaak liefde te geven, zodat ieder moment ertoe doet.
·
De blijdschap die hij ondanks zijn verdriet
heeft is voor de rest van de wereld onverklaarbaar. Hij heeft immers nog maar
pas een ontzettend verlies meegemaakt waarvan velen vonden dat het “te vroeg”
en “onrechtvaardig” was. Sommige mensen bleven zich afvragen waarom zulke
dingen gebeuren, maar hij niet. Hij heeft vrede in zijn hart, en zijn geloof
staat vast. Hij weet dat voor hen die God liefhebben, alle dingen meewerken ten
goede. O zeker, hij is in diepe rouw… maar niet zonder hoop. Want in het
aangezicht van de dood is Jezus hem des te dierbaarder geworden. Het brengt hem
ertoe om met opgeheven handen Hem te aanbidden die de dood heeft overwonnen en
eeuwig leven aanbiedt aan allen die op Hem hun vertrouwen stellen.
Wat doe jij als je door lijden op de proef wordt gesteld?
Zullen we wegsmelten onder de druk, zullen we gaan
twijfelen aan Gods goedheid, zullen we niets goeds meer te delen hebben met
anderen? Of zullen we staande blijven op ons Vaste Fundament en ons oprichten,
en onze trouwe Vader door lijden heen in ons laten werken, terwijl de Geest van
de levende God ons op bovennatuurlijke wijze van binnen uit kracht geeft?
Onder verdrukking groeide
hun geloof. In zware beproeving werd hun liefde sterker.
O Vader, welke
beproeving ons ook moge overkomen – door Uw kracht en tot Uw eer – mag door de
wereld dit in ons gezien worden.
Aan zijn voeten,
Uitdaging week 4: Welke mensen zijn er in jouw leven een voorbeeld geweest van groeiend geloof en sterkere liefde als ze door lijden heengingen? Schrijf hun deze week een berichtje om ze te bedanken voor hun goddelijke invloed op jouw leven.
Leesplan week 4:
Weekvers week 4:
Reacties
Een reactie posten