“Wat zou wellicht in ons leven veranderen als we werkelijk zouden geloven... met alle moed die we hebben dat God ons ziet en dat Hij ons hoort? Van welke zonde zouden we dan weglopen? Welk vertrouwen zouden we dan winnen? Wat als we werkelijk zouden geloven dat God Zijn beloften houdt? Hoe zouden we zoeken in het Woord van God naar Zijn beloften? Hoe kunnen we hieraan vasthouden als de dingen droog of stormachtig of donker worden?” – Matt Chandler, Ons Verhaal in Exodus
Heb je ooit wel eens een super riskant gebed van bereidheid gebeden, God aanbiedend dat als Hij iemand zoals jij kon gebruiken - wat het dan ook is - dat je het zou doen?
“Hier ben ik, Heer. Gebruik mij.”
Je wilt gebruikt worden. Je hebt gebeden om gebruikt te worden. Je hebt misschien wel een mijl gelopen, een duidelijke aanwijzing van de Geest gevolgd, vrijmoedig 'ja' gezegd om grootse dingen voor God te doen.
Behalve natuurlijk, meende je niet werkelijk dat je alles zou doen.
Als je een beetje op mij lijkt, had je de perfecte bediening al helemaal gevonden en lag het hele scenario al vast in je hoofd. Hij zou uiteraard mijn duidelijkste sterke kanten gebruiken, mij op mijn meest ideale plek plaatsen, voor mijn zelf verkozen doelgroep en alles zou perfect passen en tot in detail uitgewerkt en naadloos aansluiten bij wie ik ben. Toch? Neh.
Jongens, God heeft gevoel voor humor.
Tegen Goliath vechten was niet echt David's meest voor de hand liggende missie en de leeuwenkuil was ook niet bepaald de ideale plek voor Daniël om te zijn. Of wat dacht je van de mensen van Nineve: als het aan Jona had gelegen was hij er nooit heen gegaan. En veertig jaar ronddwalen in de woestijn komt ook niet echt over als het best uitgewerkte plan om in het land Kanaän te komen.
Met krachtige woorden spreken tegen een intimiderende, machtige leider van een sterk land stond zeker niet in de "top tien dingen die ik nog altijd wil doen" van Mozes. Ga terug naar Egypte en bevrijdt de Israëlieten uit hun slavernij? God moest zich wel vergissen. Sterker nog, Mozes vroeg niet om gebruikt te worden door de Heer, en hij voelde zich al helemaal niet toegerust voor deze taak.
Vanuit de brandende braamstruik had hij de Heer zijn naam horen roepen. "Zie, hier ben ik", had Mozes geantwoord, zonder te weten Wie het was die hem riep en wat er op het spel stond. Maar na de opdracht gehoord te hebben die God voor hem had, probeerde Mozes op elke mogelijke manier er onder vandaan te komen. Zijn gebrokenheid kwam aan de oppervlakte en zijn angst en zwakheid overweldigde hem...
Wie ben ik, Heer?
In de eerste veertig jaar van zijn leven was Mozes een belangrijk iemand. Gered uit het water, beschermd door de dochter van Farao en van alle gemakken voorzien als prins van Egypte. Maar één beslissing gooide zijn complete leven overhoop. Halsoverkop moest hij vluchten voor zijn leven en bracht hij de volgende veertig jaar van zijn leven door in de woestijn. Eerst een prins in een paleis, nu een schaapherder in de wildernis: een absolute "nul" in de ogen van elke Egyptenaar. Heer, dit is een vergissing. Gaat U nu deze verschoppeling gebruiken om grote dingen te doen? Dacht het niet.
Maar God antwoordde: Ik ben met je. Ik zal het werk doen. Mijn sterke hand zal je leiden. Ik zal voor je zorgen. Het zal gebeuren en je zal weten, boven elke twijfel verheven, dat IK BEN degene is die je heeft gezonden.
Niemand gaat luisteren naar iemand zoals ik.
Angst voor mensen begon de overhand te krijgen bij Mozes. Hij wist dat de Egyptenaren niet makkelijk te overtuigen zouden zijn en zijn leiderschapskwaliteiten waren de afgelopen veertig jaar vooral tot uiting gekomen in het managen van schapen in plaats van mensen. Plus, als zijn leeftijd, beroep en vreemdelingenstatus nog niet genoeg waren om hem te diskwalificeren, dan was terugkeren naar de plaats van zijn delict in ieder geval een goede reden om Mozes af te schrijven. Ik heb alle respect van deze mensen verloren, Heer. Ik ben niet de juiste persoon hiervoor.
Maar God antwoordde: Mijn kracht zal bij je zijn, Mozes. Ik zal je toerusten met tekenen en worderen - niet één of twee... maar drie, zodat de mensen naar je zullen luisteren. "Dit", zegt de Heer, "is opdat zij geloven dat de HEERE aan u verschenen is, de God van hun vaderen, de God van Abraham, de God van Izak en de God van Jakob."
Ik heb niet de juiste gaven.
Terwijl Mozes een beetje door begon te krijgen wat God van hem vroeg, kwam hij oog in oog te staan met zijn grootste zwakte. De angst verlamde hem. Mozes had niet de gave van het spreken. En daar was God, die Mozes' grootste zwakte vol in de schijnwerpers wilde zetten met deze onmogelijke opdracht! Menselijk gezien had hij al geen schijn van kans, maar als hij zou moeten spreken was het helemaal afgelopen. Heer, ik kan niet goed spreken - nooit gekund en ik ga het ook nooit kunnen. Ik ben zo zwak. Alstublieft... ik ben niet geknipt voor deze taak.
Maar God antwoordde: Ik heb je gemaakt. Ik ken je. Ik hou van je. Ik zal voor je spreken. "Wie heeft de mens een mond gegeven? Of wie maakt iemand stom, doof, ziende of blind? Ben Ik het niet, de HEERE? Nu dan, ga, Ik zal Zelf met uw mond zijn, en u leren wat u spreken moet."
Iemand anders kan dit veel beter
Geërgerd protesteert Mozes nog één keer: "Och Heere, zend toch iemand anders." Echt Mozes? Serieus? "Och Heere..."? Na alles wat er al gebeurd en gezegd is? Bedenk dat God, de Heer van de hemel op een wonderlijke manier aan Mozes verschijnt in een brandende braamstruik. Hij heeft al tekenen en wonderen beloofd en heeft Mozes er geduldig op gewezen dat Hij de Schepper, Onderhouder, en Heer over alles is. Maar in zijn gebrokenheid speelt Mozes de "iemand anders kan dit beter" kaart in een laatste poging om eronder uit te kunnen. Sommige mensen zijn echt gemaakt voor dingen zoals dit, God. U moet wel een vergissing maken.
Voordat we al te hard oordelen over Mozes is het al wel duidelijk hè? Dit zijn wij.
Net zoals Mozes blijven we vaak hangen op onze fouten uit het verleden, op onze tekortkomingen in het heden, en onze onmogelijkheden in de toekomst. We zien onszelf als gebroken, in plaats van dat we onze ogen richten op Jezus die kwam om ons te verlossen van onze zonden - verleden, heden, en toekomst - eens en voor altijd. We zien onszelf als onbekwaam, in plaats van dat we kijken naar onze sterke Vader die onze zwakheid tegemoet wil komen. We zien onze situatie als hopeloos, in plaats van dat we wandelen in de Geest die bij uitstek het onmogelijke wil bereiken in gebroken vaten zoals wij.
Het is nooit Gods bedoeling geweest dat we uit onszelf goed genoeg zijn. God wil dat we erachter komen hoe begrensd wij zijn zodat we gered kunnen worden en kunnen rusten in de grote IK BEN.
Kind van God, Hij noemt jou gekozen.
En Hij maakt geen fouten en vergist zich niet. God was trouw aan Mozes in het verleden en Hij was niet van plan daar nu mee te stoppen...
Hij doet hetzelfde voor jou.
Aan zijn voeten,
*Laten we doorpraten: Hoe laat jij angst en zwakheid je weerhouden van datgene wat God je vraagt om te doen? Is er één manier vandaag hoe jij in Gods trouw kan rusten als je 'ja' zegt tegen Hem?
Week 2 Uitdaging: Maak een lijst van alle manieren hoe God Zijn trouw heeft laten zien aan jou in het verleden. Laat deze lijst je tot een herinnering zijn van wie God is en hoe Hij bij machte is jou te helpen om je angst en zwakheden te overwinnen als je "ja" zegt tegen Hem.
Reacties
Een reactie posten