Twee dagen na de Kerst begon ik aan deze blog, op een ijskoude ochtend in West Texas; ik zat aan de kant van de Interstate 20. We hadden zojuist twee maal hulp verleend bij een over de kop geslagen auto; we hadden het beide keren zien gebeuren.
Deze teksten hielden mij ook bezig – en maakten mij klein, toen ik in het ziekenhuis aan het bed zat van een van onze eerste huisvrienden die, 35 jaar oud, stervende was aan kanker.
Er is ons geen volgende dag beloofd. Dat weten we toch, nietwaar? Ja, dat weten we, maar vaak geloven we het niet, totdat er iets ergs gebeurt. Totdat die vrachtwagen in slow motion recht op ons af komt. Totdat iemand die ons lief is onverwachts sterft. Totdat het onvoorstelbare werkelijkheid wordt.
Als ik eerlijk ben, dan is daar dat gebrokene in mij, van waaruit bezorgdheid en angst opwelt over de onzekerheid van het leven. Ik wil mijn kinderen zien opgroeien. Ik hoop tientallen jaren met mijn man samen te blijven. Ik wil plannen maken. Ik wil zelf de baas zijn.
De tekst van vandaag zegt: “U, die niet weet wat morgen gebeuren zal. Want hoe is uw leven? Want u bent een damp die een korte tijd gezien wordt en daarna verdwijnt.” Jakobus 4:14.
Dit is een gedachte die wij herhaaldelijk in de Schrift tegenkomen.
“Daarom zeg Ik u: weest niet bezorgd voor uw leven… Wie van u echter kan door bezorgd te zijn één el aan zijn lengte (of één uur aan zijn leven) toevoegen?... Weest dan niet bezorgd voor morgen; want morgen zal voor zichzelf bezorgd zijn.” Mattheüs 6:25-34.
“Beroem u niet op de dag van morgen, want u weet niet wat een dag kan baren.” Spreuken 27:1.
Deze instructies worden ons voorgelegd in verband met zakenmensen die van plan zijn op reis te gaan en in andere steden geld te verdienen. Maar het gaat hier niet speciaal over zaken doen, over geld of over sterven. Deze woorden van Jakobus spreken ons aan op onze geestelijke houding en de gerichtheid van ons hart tijdens onze reis door deze wereld.
Het is arrogant en hoogmoedig (“boos” volgens Jakobus 4:16) om te denken dat wij de opdracht hebben om ons eigen verhaal te schrijven of te denken dat we de uitkomst ervan weten. Wij moeten ons leven en onze verwachtingen vormgeven in ontzag en nederige gehoorzaamheid aan Gods soevereiniteit.
In deze les gaat het erom dat wij werkelijk met ons hart en onze geest geloven – en met de mond belijden – dat God de leiding heeft. Hij bepaalt het getal van onze dagen. Hij beslist hoe de details van ieder afzonderlijk leven passen in Zijn alles omvattende plan voor de mensheid. En ondanks mijn aanvankelijke aarzeling vanwege die onzekerheid, zit hier ook iets heel bevrijdends in. Ik ben zelf niet de baas – en dat is maar goed ook. Ik kan mij verslapen en de toast laten verbranden, en dingen vergeten en nijdig worden. God zij dank, dat Hij die hele boel in Zijn hand heeft (ook als het voelt als een rommeltje).
Dit wil niet zeggen dat het verkeerd is om plannen te maken of geld te verdienen.
Het wil niet zeggen dat het verkeerd is om grote ambities te hebben of in gebed dingen van God te smeken.
En ook niet dat we op goed geluk maar wat mogen zwerven, zonder verantwoordelijkheid.
Het wil zeggen dat we in het diepst van ons wezen de waarheid van Gods soevereiniteit moeten vasthouden. Onze gedachten moeten daarvan doordrongen worden en het moet in ons spreken tot uiting komen.
Zo de Heer wil. Zo de Heer wil. Zo de Heer wil.
Paulus heeft ons het voorbeeld als hij zegt: “Ik zal spoedig naar u toe komen, zo de Heer wil” in 1 Korinthe 4:19 en als hij zegt: “Ik zal weer naar u terugkeren, als God het wil” in Handelingen 18:21.
Deze woorden komen voor mij te rechter tijd, nu ik denk aan het nog prille begin van dit nieuwe jaar en aan alles wat ik hoop te verrichten. Ik bid dat mijn levenshouding zal zijn op mijn knieën – niet alleen letterlijk als ik bid, maar ook figuurlijk, als ik plannen maak of dingen zeg. Wij leven in een cultuur van eigengerechtigheid die ons zegt dat we ons groot moeten maken, maar ik bid dat mensen aan mijn leven mogen zien wat een eer het is om onze Koning onder alle omstandigheden, op de knieën, en in overgave te dienen.
Laten we ons erop toeleggen om onze geest en ons hart vast gericht te houden op Gods wil. En laten aan de voet van het kruis samenkomen, in aanbidding en nederige gehoorzaamheid.
“ Weest in niets bezorgd, maar laat in alles, door gebed en smeking met dankzegging, uw verlangens bekend worden bij God. En de vrede van God, die alle verstand te boven gaat, zal uw harten en uw gedachten bewaren in Christus Jezus.” Filippenzen 4:6-7
Het is door Gods genade dat ik ga. En, zo de Heer wil, liggen er dit jaar veel groei en veel avonturen voor ons klaar.
Genade en vrede,
Uitdaging: Wacht niet tot morgen, naar wie kan jij vandaag nog toe gaan om hen te laten hoeveel je van hen houdt? In plaats van te wachten tot volgende week, volgende maand of volgend jaar... Welke veranderingen moet jij vandaag nog aanbrengen om voor God te gaan leven in plaats van voor jezelf? Aarzel niet langer om aan Gods roep gehoorzaam te zijn... start vandaag.
Leesplan:
Weekvers:
Reacties
Een reactie posten