Moed om anderen te bereiken
De kerkdienst was net begonnen. Ik
zat in de kerkbanken en deed mijn uiterste best om me te concentreren, maar
mijn ogen gingen steeds naar die prachtige bos golvend haar in de bank links
voor ons. Terwijl de eerste liederen klonken, kon ik alleen maar denken:
Zou zij het zijn?
Ik leunde een beetje
opzij in een poging een glimp van haar gezicht op te vangen – mijn man begon
zich ondertussen af te vragen wat er aan de hand was – en de tevreden glans in
haar ogen bevestigde mijn vermoeden. Na zoveel jaren was haar lichaam
duidelijk ouder geworden. Haar handen waren gerimpeld en ruw, alsof zij hun
eigen verhaal vertelden, maar haar houding en vastberadenheid waren
onmiskenbaar als altijd. Haar aanbidding bracht tranen in mijn ogen.
Ik kon niet wachten om
naar haar toe te gaan, maar wat dan? Zij kende mij van vroeger, toen ik nog een
klein meisje was uit die kleine kerk daar in dat kleine dorpje. Uit een tijd
waarin mijn familie meer dan een klein beetje hulp nodig had. Zou ze mij na al
die jaren überhaupt nog herkennen?
Toen de voorganger de
gemeente uitnodigde elkaar de hand te geven, fluisterde ik hoorbaar ‘Dank U, Heer.' Hij moet geweten hebben
dat ik echt niet tot het einde van de dienst kon wachten. Nog voordat de
voorganger zijn zin had afgemaakt, was ik al over Bijbels, schoenen, tassen en
mensen aan het klauteren om zo snel mogelijk bij haar te komen. Ik boog mij
voorover, legde mijn hand zachtjes op haar schouder en fluisterde haar naam.
‘Ik weet niet of je nog weet wie ik ben…,” begon ik, en stelde mezelf voor met mijn
meisjesnaam en zei wie mijn ouders waren. Zonder te aarzelen stond ze op, nam mijn
handen in de hare en leunde dicht naar me toe. Ondanks haar broze voorkomen klonk haar
stem krachtig…
“Ik weet wie
je bent. Ik heb altijd van je gehouden.”
Oh, en hoeveel liefde had
zij niet gegeven.
Drieëndertig jaar geleden
had ze de bewuste keuze gemaakt om liefde te betonen en een gezin met vier
kinderen van acht jaar en jonger te ondersteunen. Zij en haar man waren trouwe
kerkgangers in die kleine gemeente daar in dat kleine dorp, waar ook wij elke week
onze toevlucht zochten.
Haar hulp was onopvallend,
maar overvloedig.
“De boontjes in de moestuin kunnen geoogst worden, als je zin hebt om
deze week langs te komen.”
Er waren bijzondere
momenten, wanneer we samen in gebed waren of met elkaar bemoediging vonden in
Gods Woord. Een keer vonden we in een Bijbel een envelop met geld en ‘op mysterieuze wijze’ werden ontmoetingsdagen
en kinderkampen voor ons betaald. Na de
kerkdienst stond er soms ineens een tas vol boodschappen op de achterbank van onze
auto.
Zij oordeelde niet. Ze koos geen kant. Ze liet
onze nood niet over aan een ander. Ze had ons simpelweg lief, met de liefde van
Jezus. Ze gaf wat ze had, zonder iets van ons te verwachten.
Dit ging jarenlang zo
door en een klein meisje bewaarde alles diep in haar hart. Door de vrijgevigheid van één persoon
begreep dat kleine meisje dat de Heer de Zijnen gebruikte om voor haar
familie te zorgen. Dat Jezus wist wat
ze nodig hadden. Dat Jezus altijd op
het juiste moment te hulp schoot. En dat
kleine meisje ging steeds meer van Jezus houden.
Ik was dat kleine meisje.
Het was echt iets voor
God om deze dierbare vrouw op mijn pad te brengen en mij zo Zijn goedheid te
tonen. Mijn oude vriendin had die zondagochtend nooit kunnen vermoeden dat dat
kleine meisje haar zoveel jaren later op de wang zou kussen en in haar oor zou
fluisteren…
“Door jouw liefde heb ik Jezus’ liefde leren
kennen.”
Eén persoon. Eén leven
met een doel. Eén bewuste keus om lief te hebben. En ook vandaag fluistert
Jezus nog steeds…
“Ik weet wie
je bent. Ik heb altijd van je gehouden.”
Toen ik klein was kon ik
haar niets voor haar weldaden teruggeven. Maar nu – omdat Christus in mij is –
kan ik anderen op mijn beurt liefhebben… één
gebed, één glimlach, één gift, één waarheid, één leven per keer.
Nu is de tijd om moed te hebben in Jezus’ naam. God
roept jou! Wie kan jij Zijn liefde tonen?
Aan Zijn voeten,

Reacties
Een reactie posten