In Genesis 22:17
herinnerde God Abraham aan Zijn belofte om hem te zegenen en zijn nageslacht
talrijk te maken “als de sterren aan de hemel en als het zand dat aan de oever
van de zee is”. God is niet zoals wij. Als Hij ons iets belooft, kunnen wij er
zeker van zijn dat Hij het Zich gedenkt totdat het vervuld is.
Het derde kind van Hosea
werd Lo-Ammi genoemd, “niet mijn volk”. Dat liet zien hoe God over de
Israëlieten dacht: vanwege hun zonden waren zij niet langer Zijn volk. De zonden
van het volk maakten Gods belofte echter niet ongedaan. “Niet mijn volk” zal “mijn
volk” worden en “niet geliefd” zal “mijn geliefde” worden.
In onze tijd zijn de
Joden nog over de volken verspreid (Zach. 10:9), maar op een dag zal God hen in
hun eigen land bijeenbrengen en hen in ere herstellen. Israël zal worden als
het zand aan de oevers van de zee, precies zoals God het heeft beloofd (Gen.
22:17). Dan zullen zij hun Messias herkennen bij Zijn terugkomst, Hem
vertrouwen en door Hem worden gereinigd (Zach. 12:10 – 13:1).
Mijn hart vertroost zich
in de gedachte dat God Zijn beloftes aan mij nooit zal verbreken. Hoe diep ik
ook in zonde verstrikt raak, hoe ver ik ook bij Hem vandaan ben, Hij is mijn
Vader en niets kan dat feit ooit veranderen.
Abba, mijn Hemelse Vader,
reinig mijn hart. Toon mij mijn zonden en help mij te leven naar Uw Woord en Uw
wil. Dank U dat U van mij houdt, ondanks mijn vele tekortkomingen. Vergeef mij,
alstublieft. Amen.
Reacties
Een reactie posten