Het tweede kind van Hosea
en Gomer was een dochter genaamd Lo-Ruchama (Hos. 1:6-7). Dat betekent “zonder
ontferming” of “niet geliefd”. God had Zijn liefde voor Zijn volk op vele manieren
getoond, maar nu zou Hij die liefde voor het koninkrijk van Israël terugtrekken
en hen niet langer genadig zijn.
Warren Wiersbe zegt: “De uiting van Gods liefde is zeker
onvoorwaardelijk, maar onze ervaring van die liefde is voorwaardelijk en hangt
af van ons geloof en onze gehoorzaamheid. (Zie Deut. 7:6-12; 2 Kor. 6:14 –
7:1)”
God zou de Assyriërs
toestaan het noordelijke koninkrijk in te nemen, maar het zuidelijke koninkrijk
van Juda zou Hij nog een aantal jaar bewaren (Jes. 36 – 37; 2 Kon. 19), voordat
ook dat in ballingschap gevoerd zou worden.
In de tekst van vandaag zien
wij de eerste tekenen van Gods genade. Het oordeel over Israël zou spoedig
vervuld worden, maar God bewees toch nog genade aan Juda. Wij hebben een
liefdevol en genadig God. Wij hebben een God die ons liefheeft, een God die
voor ons zorgt en ons vergeeft.
Hemelse Vader, ik kan U
niet genoeg danken voor Uw genade voor mij. Ik verdiende het niet. Ik was
schuldig aan mijn zonde, maar U hield van mij en vergaf mij. Dank U, Vader.
Geprezen zij Uw heilige Naam. Amen.
Reacties
Een reactie posten