Vandaag zien wij God als een liefhebbende vader die van
Israël houdt als van Zijn kind, die uit Egypte Zijn zoon heeft geroepen. Hij
leerde Efraïm lopen en Hij nam hem op in Zijn armen. Hij boog zich tot hen neer
en gaf hun te eten. God was en is altijd een goede, liefhebbende, zorgzame
Vader.
De straf over Israëls zonden was onvermijdelijk. Het volk
zou worden opgeslokt door de Assyriërs en in gevangenschap weggevoerd worden.
Maar vandaag toont God zijn hart, als een liefhebbende Vader.
“Hoe zou Ik je prijsgeven, Efraïm? Hoe zou ik je kunnen
uitleveren, Israël? Hoe zou ik je kunnen behandelen als Adama en Zeboïm? Mijn
hart keert zich in Mij om, al mijn medelijden is opgewekt.”
Hoe zou Ik je kunnen prijsgeven? Nu moet ik aan mijn eigen
kinderen denken. Als zij keuzes maken waardoor mijn hart breekt, zou ik hen dan
opgeven? Nooit. Als ik, een mens dat ontrouw kan zijn, mijn kinderen nooit zou
willen prijsgeven, hoe kunnen we dan denken dat God ooit zou ophouden om van
ons te houden? Hij zal zich altijd weer ontfermen. Hij zal Zijn volk niet
voorgoed in gevangenschap laten.
Hemelse Vader, toen wij in zonde en schuld voor U stonden,
gaf U ons niet prijs. Gerechtigheid eiste dat U dat zou doen, maar U vond in
Uzelf een weg tot verzoening: Jezus Christus. Ik dank U dat U mij niet hebt
prijsgegeven. Ik dank U dat U de volmaakte weg hebt gevonden om mij te redden.
Amen.
Reacties
Een reactie posten