Geen koning, geen vorst en geen heerser was in staat om
Israël te behoeden voor de op handen zijnde slavernij en ballingschap. Israël
wendde zich tot zijn aardse heersers in plaats van tot God. Keer op keer bood
God Zijn zegen en Zijn verzoening aan, maar Israël keerde zich tegen zijn
Helper. God was als enige in staat om hen te redden en zij verwierpen Hem. Hij
zegt: “Ik ben de Heer, uw God […] Een God behalve Mij mag u daarom niet
erkennen, en buiten Mij is er geen Heiland.”(13:4). Er is geen andere Heiland
dan Jezus Christus, God de Zoon.
Jezus kwam op aarde om Zijn leven te geven als een losprijs
voor zondaars. Romeinen 5:8 zegt: “Christus stierf voor ons toen wij nog
zondaars waren.” Wij waren net zulke zondaars als het volk Israël. Voor God is
er geen kleine of grote zonde, Hij verafschuwt alle soorten zonde.
Buiten Jezus Christus is er geen Heiland. Hij overwon het
graf. Hij overwon de dood. Hij verrees om ons nieuw leven te geven. Laten wij
Hem vandaag prijzen!
Lieve Heer, U bent machtig om te redden. U hebt de dood
overwonnen en hebt mij eeuwig leven gegeven. Ik prijs U en ik geef U alle eer.
Nooit zal ik U genoeg kunnen danken voor het offer van Jezus aan het kruis.
Amen.
Reacties
Een reactie posten