Deze verzen herinneren ons aan bepaalde episodes uit de
geschiedenis van Jakob. Hosea vergelijkt hem met het volk Israël. In het oude
Israël was een “hiel-vasthouder” een oplichter, iemand die met list en
oneerlijke middelen zijn doel probeerde te bereiken. God zegt door middel van
Hosea: “Dat was Jakob en nu is dat Israël”.
Maar, ondanks de overeenkomsten wijst de profeet op een
verschil tussen Jakob en het volk Israël. Hij herinnert aan de worsteling
tussen Jakob en de engel in Genesis 32:24-30. Jakob weigerde zich aan God over
te geven, en daarom eiste God zijn overgave letterlijk tijdens een
worstelpartij. Jakob verloor het gevecht. Hij kwam tot het besef dat God hem
had verslagen en hij kon niets anders doen dan zich aan God vastklemmen en om
een zegen smeken.
Hosea grijpt in deze verzen terug op het verhaal van Jakob
en laat Israël daardoor zien wat zij moeten doen: in plaats van te strijden met
God moeten zij zich overgeven.
Er zijn in het leven twee manieren om lessen te leren: de
gemakkelijke en de moeilijke manier. Israël koos voor de moeilijke manier, door
telkens opnieuw in de zelfde fouten te vervallen. En dan kom ik in beeld. Ik
heb in mijn leven harde lessen moeten leren omdat ik ervoor koos om dingen op
mijn eigen manier te doen en God erbuiten te houden.
O, Heer, hoe vaak hebt U mij zien vechten tegen U, tegen wat
U wilde met mijn leven, tegen Uw volmaakte timing. Help mij in alle dingen U te
vertrouwen. Help mij dat ik niet vergeet dat U God bent en dat U weet wat het
beste is. Amen.
Reacties
Een reactie posten