Vandaag gaan wij verder met de vergelijking tussen Jakob en
het volk Israël. Hosea herinnert het volk aan de tijd dat Jakob naar zijn oom
ging en zeven jaar werkte om te kunnen trouwen met Rachel. Hosea legt hier een
verband tussen de komende ballingschap van Israël en Jakobs ballingschap toen
hij voor Ezau vluchtte naar Laban.
Hosea herinnert het volk eraan dat God altijd al profeten
heeft gestuurd naar Israël. Deze profeten spraken het Woord van God tot het
volk, maar zij verwierpen Zijn woord. Zij keerden zich af van het Woord van de
levende God en bedreven afgoderij. (verzen 11-14). Daarmee lokten zij de toorn
van God uit, en door het vergieten van onschuldig bloed daagden zij Hem nog
meer uit.
Zij waren zo slecht en hadden zulke wreedheden bedreven, dat
zij hun verdiende loon zouden krijgen. Dit gedeelte herinnert mij aan
Deuteronomium 8:2 – “Ook moet u heel de weg in gedachten houden waarop de Here,
uw God, u deze veertig jaar in de woestijn geleid heeft, opdat Hij u zou
verootmoedigen, en u op de proef zou stellen om te weten wat er in uw hart was,
of u Zijn geboden in acht zou nemen of niet.”
Het kan gebeuren dat God lijden in ons leven toelaat, zodat
wij kunnen zien wat er in ons hart leeft. Hij leidde Israël veertig jaar lang
door de woestijn zodat zij konden onderkennen wat er in hun hart leefde. Hij
gebruikt soms moeilijke periodes in ons leven zodat we, in alle eerlijkheid
zullen zien wat er in ons hart is.
Hemelse Vader, geef dat ik geen enkele zonde in mijn hart
wegstop. Ik vraag U, laat mij zien wat nog voor mijzelf verborgen is, wat het
ook is. Help mij om alles te doorstaan wat nodig is om ook de diepst verborgen
zonde in mijn hart te ontdekken. Amen.
Reacties
Een reactie posten