Doorgaan naar hoofdcontent

De woorden die we spreken: een gebed gebaseerd op Efeze 4:29-32



Laat er geen vuile taal uit uw mond komen, maar wel iets goeds, dat nuttig is tot opbouw

Here God, U zegt: In de veelheid van woorden ontbreekt de overtreding niet (Spreuken 10:19). Vandaag heb ik teveel woorden gesproken – harde woorden, woorden die afbreuk doen – en ik kan ze niet meer ongedaan maken. Ze kwamen zomaar uit de overvloed van mijn hart, voordat ik erbij stilstond wat een verpletterende uitwerking ze konden hebben. Ze kwamen er zomaar ineens uit en deden in één klap het vertrouwen teniet, waarin zoveel genade, tijd en goede bedoelingen waren geïnvesteerd. O Vader, vergeef mij dat ik zo snel ben in het spreken en zo traag  in het luisteren (Jakobus 1:19). Ik smeek om kracht van U, om mijn tong in toom te houden, totdat ik in staat ben met vriendelijkheid te antwoorden. En als de woorden komen, help mij dan om degene die luistert niet geestelijk af te breken, maar het leven en de genade uit te spreken die in U te vinden zijn (Spreuken 15:4).

…opdat het genade geeft aan hen die het horen. En bedroef de Heilige Geest van God niet, door Wie u verzegeld bent tot de dag van de verlossing.

Heer Jezus, U bent gekomen en U hebt Uzelf gegeven en mij overladen met genade, veel meer dan ik verdien. Er waren momenten waarop U zich had kunnen verdedigen, maar U bleef zwijgen (Mattheüs 26:63); momenten waarop U werd verdrukt en gepijnigd, en toch deed U uw mond niet open (Jesaja 53:7). Help mij, als ik spreek, om te beantwoorden aan hoe U dat deed - de Heer die tegelijk Knecht was, zo vol van genade. Want U keert Zich tegen de hoogmoedigen maar aan de nederigen geeft U genade (Jakobus4:6). O God, ik heb er spijt van; het breekt mijn hart als mijn woorden Uw Heilige Geest zouden bedroeven. Schep mij een rein hart, o God, en vernieuw in mijn binnenste een standvastige geest (Psalm51:12).

Laat alle bitterheid, woede, toorn, geschreeuw en laster van u weggenomen worden, met alle slechtheid.

Here God, veel te lang heb ik bitterheid gekoesterd. Ik wil niet dat boosheid of wrok wortel schieten in mijn hart en in mij de vrucht van Uw Geest overwoekeren. Doorgrond mij, o God, en ken mijn hart, beproef mij en ken mijn gedachten. Zie of er bij mij een schadelijke weg is en leid mij op de eeuwige weg. (Psalm 139:23-24). Laat er liefde in mij zijn, in plaats van boosheid; blijdschap in plaats van wanhoop. Laat er vrede in mij  zijn, in plaats van twist; vriendelijkheid in plaats van haat; goedheid in plaats van kwaad; trouw in plaats van verraad; mildheid in plaats van hardheid; zelfbeheersing in plaats van ordeloosheid. (Galaten 5:21-22). Laat er meer van U zijn, en minder van mij.

Wees ten opzichte van elkaar vriendelijk en barmhartig, en vergeef elkaar, zoals ook God in Christus u vergeven heeft.

Vader, dank U wel, dat U mij hebt vergeven en mij omvormt zodat ik meer op U ga lijken! Houd mijn hart in deze koude en niet vergevensgezinde wereld gevoelig voor de dingen van U. Mag ik, door de kracht van Uw Geest in mij, mijn mond openen met wijsheid, en mag onderricht uit genegenheid op mijn tong liggen (Spreuken 31:26). Uw geduld en mededogen voor mij zijn verbazingwekkend, Heer Jezus. Uw liefdevolle goedheid brengt mij tot inkeer (Romeinen 2:4). Mogen mijn woorden Uw liefde, Uw hoop, Uw genezing en Uw verzoening brengen naar hen die ik vandaag zal ontmoeten.
Aan Zijn voeten,


Vertel eens: Onze woorden maken verschil; als jij vandaag dit gebed hebt gebeden, zou jij dan gewoon “Amen” kunnen zetten onder wat je hieronder leest?

Uitdaging Week 2: Let deze week eens op de woorden die je overweegt in je gedachten en die je tegen jezelf zegt. Doe je best om die inwendige gesprekken liefdevol te laten zijn en meer in lijn met wat er staat in Filippenzen 4:8.



Leesplan week 2:

Tekst week 2:

Reacties