Ik heb nog
heel wat te leren over het ouderschap, maar als er iets waar ik heel zeker van
ben, dan is dat Taco-vrijdag op 'middle school'.
Op vrijdag
spring ik in ons oude bestelwagentje, haal ik twaalf taco’s af bij het wegrestaurant,
en vervolgens bid ik hevig voor de gesprekken die ik zal hebben. Aan de
lunchtafel op een ‘middle school’ valt er in dertig minuten heel wat te
leren. En als er taco’s aan te pas komen leer je nog veel meer, haha. Ze hebben
het over de voetbalwedstrijd van gisteravond, over hun huiswerk voor wiskunde,
en over hoe beroerd het eten in het cafetaria is. En ze blijven maar praten, omdat er iemand echt naar ze luistert.
En dan is
daar die jongen, ik noem hem Max.
De eerste
keer dat ik Max ontmoette, kwam hij naar mij toe met zijn glinsterende bruine
ogen en bedankte me voor zijn taco. En zomaar opeens knuffelde hij mij en hij
zei zomaar, alsof het de gewoonste zaak was: “Ja, weet je, ik ben geadopteerd.” En voordat ik nog een woord kon
uitbrengen, bleef hij die volle dertig minuten aan een stuk door tegen mij
praten. Hij zei van alles en nog wat, maar wat hij eigenlijk wilde zeggen was…
“Zie je mij wel? Mij verhaal is heel
anders dan het jouwe, maar hoe dan ook, ben ik het dan toch waard om van te
houden?”
***
De
aardbeving in Haïti in 2010 herinner ik mij nog als de dag van gisteren.
Beelden van de verwoeste hoofdstad vlogen over het beeldscherm en troffen mij
diep. Ik had daar gestudeerd; ik had er door de straten gelopen. Ik was van die
mensen gaan houden, en keer op keer bad
ik vurig voor hen tot God. En nu – zoveel jaren later – was ik zelf moeder,
en ik kon niet wegkijken van die diepbruine ogen. Ogen van een wees die mij vertelden
van hun pijn. Van hun onvoorstelbare verlies.
En op dat moment had ik de wereld
willen redden.
Diezelfde
blik lag in de diepbruine ogen van Max. Hij was geen weeskind meer, maar die
leegte was in zijn woorden en in zijn sprekende ogen nog altijd aanwezig.
Hij liep
terug naar zijn tafel – die ene tafel waar hij totaal alleen zat –
en op dat moment voelde ik in mijn hart een overweldigende verbondenheid met
hem. En meteen vroeg ik aan God hoe ik in zijn bestaan een verschil zou kunnen
maken. Hoe ik Gods liefde aan Max zou kunnen laten zien.
Want al kan ik niet de hele wereld
bereiken, Ik kan wel één mens
bereiken.
Terwijl ik
het boek Esther doorlees, verbaas ik me erover hoe het licht van Gods
voorzienigheid schijnt over elke wonderlijke wending van het verhaal. Een beeldschoon meisje wordt wees, en haar
neef neemt de zorg voor haar op zich.
De
zuivere en onbevlekte godsdienst voor God de Vader is dit: wezen en weduwen
bezoeken in hun verdrukking en zichzelf onbesmet bewaren van de wereld. –
Jakobus 1:27
Een uitgestoken hand
Een onbaatzuchtige daad
Een stap in geloof
Het was een
doelbewust besluit om tegen een weesmeisje te zeggen: ‘Jouw verhaal is heel anders dan het mijne, maar hoe dan ook, jij bent het
absoluut waard om van te houden.” Mordechai
had er geen idee van dat hij, door zich te bekommeren om de nood van één mens, tenslotte het lot van een
heel volk zou beïnvloeden.
Ken jij dat,
dat God steeds weer iets – of iemand –
recht voor jouw neus zet, zodat je het – of hen
– niet langer kunt negeren?
Nou, voor
mij – in deze fase van mijn leven– heet
hij Max.
Toen ik de
Heer vroeg hoe ik in het leven van Max een verschil zou kunnen maken, dacht ik
in mijn kleingelovigheid dat het wel niet zoveel zou voorstellen. Maar voor het geval dat: elke Taco-vrijdag, voordat de jongens op de tafel duiken en zich
meester maken van de begeerlijke bruine doos, hou ik opzettelijk één taco apart
voor Max. En omdat God die jongen daar
beneden ziet en weet dat zijn ziel nog
harder voedsel nodig heeft dan zijn maag, heeft Hij het er niet bij
gelaten.
En vorige week plaatste Hij Max in
een huis precies in onze straat.
Ik zit hier
met een grote grijns mijn hoofd te schudden want ik kan het zelf nauwelijks
geloven. En toch zou ik niet verbaasd moeten zijn. Want dit is toch wat God doet?
Als Hij onze
broden, onze vissen… en onze taco’s neemt
en er iets zoveel groters van maakt?
Een uitgestoken hand
Een onbaatzuchtige daad
Een stap in geloof
Ook al was
dat geloof veel kleiner dan het zou moeten zijn.
Met de
raampjes omlaag, de muziek keihard aan, en luidkeels zingend, bij een stralende
hemel en een zomerse temperatuur, reed ik vorige week in mijn oude bestelwagentje
naar huis. En toen zag hij mij.
“Hoi, Jacks moeder!”
Maar wat Max
in werkelijkheid wilde zeggen was …
Hier ben ik. Zie jij mij? Mijn
verhaal is heel anders dan het jouwe, maar hoe dan ook, ben ik het waard dat je van me houdt?”
Precies in mijn
straat. Opnieuw vlak voor mijn neus, smekend om geliefd te zijn. En op dat
moment moest ik eraan denken dat ook ik geadopteerd ben. Nee, niet door een
aardse familie zoals Max, maar door een Hemelse Vader Die mij daar zag, met al
mijn zonden, en Die mij tegemoet kwam en ondanks alles, van mij hield. En als
Jezus daar op dat moment iets in mijn hart gefluisterd had, dan zou het volgens
mij iets zijn geweest als:
“Whitney, Ik zie jou. Ik weet dat
jouw verhaal heel anders is dan het Mijne, maar
zie je niet… dat ik juist daarom ben gekomen. Ga
jij nu maar in Mijn Naam op die éne mens af en zie dan wat Mijn kracht kan
doen.
Zeg eens, wie staat daar voor jou… te
wachten om gezien te worden en geliefd te worden met de liefde van Christus?
Je kind… dat zo graag wil dat je niet op je
telefoon kijkt, maar in zijn/haar ogen kijkt en echt luistert naar wat het te
zeggen heeft?
Je vriendin… die zo graag wil dat iemand eens
vraagt hoe het echt met haar gaat?
Een familielid… ze kan niet uitleggen waarom ze zich
zo leeg voelt, maar ze weet wel dat er toch zoveel meer in het leven moet zijn?
Je man …die zo verlangt naar jouw lach, jouw
respect en de bevestiging die je hem vroeger zomaar ongevraagd gaf?
De weduwe. De wees… die zo wanhopig graag willen merken
dat ze niet alleen op de wereld zijn?
De verloren ziel… die zich nooit heel zal voelen,
tenzij ze in aanraking wordt gebracht met Hem die alles volkomen ziet en weet
en Die volmaakt liefheeft, ondanks alles wat ze heeft gedaan?
En de Koning zal hun antwoorden:
Voorwaar, Ik zeg u: voor zover u dit voor een van deze geringste broeders (en zusters) van Mij gedaan hebt, hebt u dat voor Mij gedaan – Mattheüs 25:40.
Een uitgestoken hand
Een onbaatzuchtige daad
Een stap in geloof
Wil jij dat
doen, in Jezus’ naam? Want je weet nooit of, door één mens te bereiken, je
misschien de hele wereld bereikt.
Aan Zijn
voeten,
Uitdaging week 2: Wie is diegene die jij deze week wil
bereiken? Zoek doelgericht naar manieren om je hand uit te steken, doe die stap
in geloof en dien zoals Jezus diende.
Leesplan week 2:
Weekvers week 2:
Leesplan week 2:
Weekvers week 2:
Reacties
Een reactie posten