Week twee: we hoeven niet te wanhopen Prediker 2:20-23 Zo kwam ik ertoe mijn hart te doen wanhopen vanwege al het zwoegen waarmee ik had gezwoegd onder de zon. Want is er een mens wiens zwoegen met wijsheid, met kennis en met bekwaamheid geschiedt, hij moet die als zijn deel overgeven aan een mens die er niet voor gezwoegd heeft. Ook dat is vluchtig en een groot kwaad. Ja, wat heeft de mens aan al zijn zwoegen en aan wat zijn hart najaagt, waarvoor hij zwoegt onder de zon? Want al zijn dagen zijn vol leed, zijn bezigheid is verdriet. Zelfs in de nacht komt zijn hart niet tot rust. Ook dat is vluchtig. Vandaag lezen we over de wanhoop van Salomo die hij ervoer over al zijn zwoegen. Hij praat over zijn harde werken, het gebruiken van zijn kennis en wijsheid in het najagen van de dingen van zijn hart. Om dan als hij overlijdt alles te moeten nalaten aan iemand die er zelf niks voor heeft hoeven doen. Wie van ons heeft niet op de één of