Ze zat voorovergebogen op het koude trottoir, om haar lichaam beter te beschermen tegen de gure wind. Het weerbericht had dalende temperaturen voorspeld voor de nacht. Het leek erop dat ze op diezelfde plek de nacht wilde doorbrengen, daar op die straatweg. Ik had deze ontmoeting niet gepland. We waren in de stad en hadden een strak schema en ik was van plan voor haar te bidden terwijl ik haar kordaat zou passeren. Maar voordat ik het in de gaten had pakte mijn jonge dochter mijn hand en hield me tegen, tot we voorover hurkten naar de geïmproviseerde slaapplek en zo veel dichterbij de dakloze vrouw kwamen dan ik me had voorgenomen. Onze gezichten kwamen dichter bij elkaar. Onze ogen maakten contact. We strekten onze handen naar haar uit. Ze reageerde niet zoals ik zou verwachten van iemand in haar situatie. In plaatst daarvan hoorde ik terwijl ik voorover boog een prachtige hymne van haar lippen komen. Het ging over dankbaarheid en Gods trouw, en ik zal mijn leven...