Doorgaan naar hoofdcontent

Moed om gastvrij te zijn


Gastvrijheid. Dat is iets waarin ik graag wil groeien in 2019.

De mensen in mijn leven zou je in twee groepen kunnen verdelen. De eerste groep bestaat uit mensen die onaangekondigd mijn huis kunnen binnenstappen, want ik weet dat ze loyaal zijn en dat ze – ondanks alle rommel – van me houden. En er is een groep mensen voor wie ik als een gek aan het poetsen ga (nou ja, ik prop spullen in een kast) voordat zij mijn huis kunnen betreden, zodat alles spik en span is als de deurbel gaat. Maar hoe zit het met mensen die bij geen van beide groepen horen? 

Het grappige is dat mijn man van nature heel gastvrij is. Niemand is een vreemde voor hem. Hij houdt contact met mensen en nodigt hen uit om een broodje te komen eten. Hij belt mensen op, terwijl ik liever een appje zou sturen. Ik grapte wel eens dat we nog een keer Kerst zouden vieren met een willekeurige selectie van zijn vage kennissen. En dat deden we ook (en ik hoop dat we het nog eens zullen doen). Mensen die hij ooit eens ontmoette toen hij op reis was komen nu bij ons langs in hun vakantie.

Ik heb veel geleerd van Russell. En hoewel ik het liefst zou denken dat we gewoon verschillende karakters hebben, heb ik echt geworsteld met het vers van vandaag en met de vraag waarom ik gewoon niet zo goed / trouw / gemakkelijk omga met de Bijbelse vorm van gastvrijheid. Ik vind het geweldig om de mensen om me heen heel bewust te bemoedigen. Dat durf ik te doen bij de mensen die dichtbij me staan, maar ik durf mijn comfortzone niet echt te verlaten. Ik bedenk allerlei smoesjes; ik… heb het druk, ben moe, ben aan het werk, ga zelfzuchtig om met mijn tijd, ben ijdel als het gaat om hoe mijn huis eruit ziet, ben lui, ben bang om afgewezen te worden, vind het lastig om gesprekken te beginnen.

Als je opgroeit in het zuiden van de Verenigde Staten, denk je bij het woord gastvrijheid meteen aan perfecte dinertjes die je zo op Pinterest zou kunnen vinden, met prachtig gedekte tafels en een gastvrouw die eruit ziet om door een ringetje te halen. Maar de gastvrijheid waar het in Romeinen 12:13 om gaat, roept ons op om ‘deelgenoot te zijn in de noden van de heiligen. Leg u toe op de gastvrijheid.’ Het gaat niet om de keus tussen papieren bordjes of prachtig porselein. Niemand vraagt om een sierlijk bloemstuk voor op tafel. Maar het is een oproep om mensen te verwelkomen in ons leven en in ons huis. Het is een oproep om mensen te betrekken in plaats van buiten te sluiten. Het is een gebod om mensen die het moeilijk hebben te helpen. 

Gods genade is ultieme gastvrijheid.

Als gelovigen vormen wij samen de kerk. We zijn het overblijfsel waarnaar de wereld met wantrouwen en belangstelling kijkt. We verkondigen dat iedereen welkom is, maar als de deuren potdicht blijven, toont ons leven een verdraaide versie van het evangelie. 

Maar houd moed. Dit betekent niet dat je een Martha Stewart hoeft te zijn. Het gaat niet om hoe het eruit ziet. 

Het openen van deuren zorgt er letterlijk voor dat fysieke barrières die mensen scheiden verdwijnen. En in figuurlijke zin haalt het ook barrières tussen mensen weg; stereotypes en stigma’s vervagen als de weg vrij is voor gesprekken en voor het ontstaan van echte relaties. 

Laten we in 2019 de moet vatten om uit onze comfortzone te stappen. Laten we mensen uitnodigen bij ons thuis en laten we mensen uitnodigen in ons leven op een nieuwe en bewuste manier. Laten we naar hen luisteren zodat vreemden vrienden worden. Laten we spontaan zijn. Laten we bouwen aan gemeenschap en vriendschap. Laten we ons leven delen. En door dit alles heen, mogen onze gasten Gods gastvrijheid zien en wordt de hoop van het evangelie in ons weerspiegeld.

Reacties