Doorgaan naar hoofdcontent

Moed om God te gehoorzamen




Hij is twaalf en een half.

Geen kleine jongen meer, en nog lang geen man. Vastzittend in dat voorgeborchte van het leven, vaak heen en weer schommelend op de pendulum tussen deze leeftijden terwijl hij wacht, niet zo geduldig, tot zijn geest en lichaam tot rijping komen.

Hij is onafhankelijk en onderzoekend in zijn gewoontes, en zijn hoofd staat nooit stil. Alles wat los en vast zit leest hij, meer en meer lerend over de wereld om hem heen. En hierdoor ontstaat een mogelijke bewustwording van deze wereld waarvan ik niet zeker weet of ik er klaar voor ben dat hij hem ontmoet. Een cultuur die oh-zo-hard werkt om hem één kant op te lokken. Oh, Vader, haal hem naar U toe. In U alleen zal hij ware vrede vinden… 

Bescherming.
Reinheid.
Doel.

Help mij hem te leren om zijn hart en hoofd hartstochtelijk te bewaken. En dat van mij, leer het me aldoor.

Nog voordat de zon een nieuwe dag aankondigt, wordt mijn hoofd al verleid om te dwalen in en te smullen van de verleidingen die deze wereld te bieden heeft. Nauwelijks zet ik mijn voeten naast mijn bed, of de strijd om de loyaliteit van mijn hart is al in volle gang. Wat ik als mijn pad kies, wat ik toelaat om mijn hart binnen te komen, zal mijn keuzes bepalen, mijn houding, mijn omgang met anderen, mijn gehoorzaamheid, en tenslotte mijn effectiviteit voor het Koninkrijk. 

Dus nog voordat de afleidingen mij platbombarderen en de wereld me overweldigt met haar lawaai, wend ik me tot de Bron die me zeer zeker zal toerusten voor de strijd. Zijn woorden vullen mijn geest met waarheid. Zijn Geest dringt binnen met Zijn vrijmoedigheid en kracht, veel meer dan ik ooit in mijn eentje aan de dag zou kunnen leggen. 

En daar, maakt Hij me gereed om een overwinnaar te zijn. Hij dappert me om te gehoorzamen.

"Verder, broeders, al wat waar is, al wat eerbaar is, al wat rechtvaardig is, al wat rein is, al wat lieflijk is, al wat welluidend is, als er enige deugd is en als er iets prijzenswaardigs is, bedenk dat." Filippenzen 4:8

Als het erop aankomt? Om het ene te ontvluchten, moeten we het andere najagen. 

Ik zeg 'nee' tegen mijn jongen, bij een populair boek dat "iedereen" aan het lezen is. Aanvankelijk is hij diep bedroefd; hij wordt er eens temeer aan herinnerd dat hij een vreemdeling is in deze wereld. Oh, lief kind, hoe ik dit gevoel maar al te goed ken. God najagen met heel ons hart terwijl we in deze wereld leven zal ons niet populair maken, zoveel is zeker. 

Maar langzaamaan, met de tijd, zal het ons meer op Hem doen lijken. 

En terwijl die Godbekrachtigde moed in hem opwelt, zegt hij de woorden die de strijd de moeite waard maken.

 "Dank je wel." 

Zelfs in de strijd, dank U Vader, dat Uw weg vrede en leven geeft.
Dank U voor een vreugde die blijft, door alle moeiten heen.
Dank U dat Uw waarheid ware voldoening en identiteit brengt.
Dank U, God, dat U de stabiliteit en vrijheid geeft die deze wereld nooit bieden kon.

Dank U, dat ik vind wat waar is, eerbaar, rechtvaardig, rein, lieflijk, bewonderenswaardig, voortreffelijk en prijzenswaardig als ik mijn geest vul met Uw Woord.

Ik vind alles waar mijn hart naar verlangt.
Ik vind U.

Jezus, bewaak onze harten. Bescherm onze gedachten nog voordat de dag aanbreekt. Help ons dapper te zijn om U te gehoorzamen, wat het ook kost.

"Daarom moet u de HEERE, uw God, liefhebben en Zijn voorschriften, Zijn verordeningen, Zijn bepalingen en Zijn geboden in acht nemen, alle dagen." Deuteronomium 11:1

Aan Zijn voeten,


Reacties