Doorgaan naar hoofdcontent

Ja zeggen tegen het hier en nu



Ik stond in de keuken, met een huilende baby op mijn heup en een andere aan mijn been, en ik zag hem de deur uit lopen.

Zonder mij. Alweer.

Ik wachtte totdat ik zijn auto hoorde wegrijden voordat ik tot een hoopje ineen schrompelde op de keukenvloer en de tranen geluidloos over mijn wangen liet biggelen. De tranen waarvan ik niet wilde dat hij ze zag. Het was niet alleen een lange dag geweest, maar het waren ook lange maanden geweest, zonder einde in zicht. Behoeftige baby's, zestien maanden schelend van elkaar, en nachtenlang geen slaap kunnen hun tol eisen van een vrouw.

Mijn tranen waren misschien wat gepaster geweest als hij op weg was gegaan naar een - hoe zal ik het zeggen - meer twijfelachtiger plek. Maar hij ging naar.. hier komt het... de kerk. We hadden hier in liefde over gepraat en in dit seizoen klopte het gewoon. Voedingen, een baby met buikkrampjes en vroege bedtijd betekenden dat ik zou blijven en dat hij zou gaan. Er was namelijk geen andere manier om deze baby die zo onvermurwbaar zijn flesje weigerde tevreden te stellen. Daar zat ik dan, onder de spuug en melk, alle dingen bedenkend die ik niet langer kon doen voor God.

"Heer, ik zal alles voor u doen," had ik gezegd.

Als klein meisje zat ik week in week uit gebiologeerd te kijken naar hoe de vrouw van de pastor aan het begin van elke kerkdienst piano speelde. Haar verrukkelijke lange, bruine haar hing in gekrulde lokken over haar rug, terwijl ze elegant met de muziek meewiegde, en ik herinner me dat ik dacht dat ze echt iets groots voor God deed. "Als U wilt dat ik de vrouw word van een pastor, dan zal ik dat doen," had ik God aangeboden in gebeden die uit het diepste van mijn hart kwamen. En na acht lange pianolesjaren trouwde ik een ongelooflijke, goddelijke man…

die toevallig geen pastor maar een apotheker was.

Die apotheker en ik zaten knie aan knie in een kerkbank, jaren later, en we waren diep geraakt door een boodschap. Het waren missionarissen overal vandaan en hun klinkende verhalen vertelden van een behoefte om het evangelie verder uit te dragen op een manier die ons tot in ons binnenste verzwaarde. Nadat we het duwtje in ons hart niet langer konden verdragen, liepen we een het gangpad af, vielen we op onze knieën, en met onze handen inelkaar gestrengeld fluisterden we: "Heer, zend ons, als dat Uw wil is." En we meenden er elk woord van.

En toen deed Hij dat niet.

Met de tijd zou de diepe neiging om deel uit te maken van iets "groots" voor God blijven komen en gaan, maar onze rusteloze harten werden tevreden toen we onze plek vonden in het dienen in onze plaatselijke kerk. We hielden ervan om verschillende taken te accepteren en in te vallen en deel uit te maken van teams. Onze bijdragen waren niet spectaculair, maar we waren bereidwillig, en het voelde goed om nuttig te zijn voor God.

En toen dienden die twee baby's zich plotseling aan.

En daar zat ik in die keuken, met twee huilende baby's op mijn schoot, en verlangde ik naar die dagen dat ik me daadwerkelijk nuttig voelde voor God. Oh, ik hield van die baby's met al wat ik in me had. Ik had voor ze gebeden. Naar ze verlangd. God voor ze gedankt, keer op keer. Maar als ik niet eens in mijn eentje naar de badkamer kon, hoe zou ik dan ooit het verschil kunnen maken voor het Koninkrijk?

En in het proces van wachten tot je groot kunt zijn voor God, had ik precies hier, in mijn eigen huis, de miljoenen kleine gelegenheden gemist om Zijn grote naam te eren.

Weet je, 'voor een tijd als deze' gaat niet alleen over de grote dingen. Oh, er zullen misschien enkele grote, gedurfde, opwindende, riskante Godgelegenheden zijn waar Hij je roept langs de weg. Mis ze niet.

Maar dagelijks, roept God ons tot het hier en nu.

Waar jij bent? Dat is geen vergissing. En waar jouw hier en nu ook uit bestaat, ik beloof je dat je een hoop Koninkrijkwerk vindt dat je kunt doen als je stopt om eventjes om je heen te kijken. Die kostbare generatie van kleine mensjes vlak voor je? Zij zijn de kerk van morgen. Je buurvrouw aan de overkant van de straat en tegenover jouw werkplek? Jij bent misschien het enige wat zij ooit van Jezus zullen zien. Die maaltijd die je bereidde, dat briefje dat je verstuurde, die cheque die je schreef, dat gebed dat je bad? Het zou zomaar kunnen dat je zojuist iemand inspireerde om God hartelijk lief te hebben in hun leven.

En dat allemaal omdat jij besloot om "ja" te zeggen tegen het hier en nu.

Veel mensen willen het "grotere" werk doen voor God, maar er is zit iets nobels in het leven op de stille, nederige, consistente, onzichtbare plaatsen waar niemand je ziet behalve God. Hij is verrukt over hen die trouw zijn in het kleine, omdat Hij weet dat zij het zijn die ook degenen zijn die vertrouwd kunnen worden met veel wanneer de tijd rijp is. In het hier en nu is God bewust aan het werk en aan het voorbereiden en verfijnen op manieren die jij en ik niet kunnen zien. Hij deed het voor Esther en Hij doet het nog steeds.

 "Voor een tijd zoals deze."

 "Zelfs deze, Heer?"

"Ja, mijn kind, zelfs deze."

Dus ik werd nooit een missionaris ver weg, en kan geen piano spelen zelfs niet al hing mijn leven ervan af, maar er leeft hier in dit huis een klein meisje met pit dat elke dag meer en meer verliefd wordt op Jezus…

En dit blijkt helemaal niet zo'n klein ding te zijn.

"Wie trouw is in het minste, is ook in het grote trouw…" - Lukas 16:10

"En wie weet of jij niet juist voor een tijd als deze tot deze koninklijke waardigheid gekomen bent?" - Esther 4:14



Reacties